biografie◄   boeken◄   filographie◄   scčnes   beelden◄   schilderijen


 


 

Filographie

 

 

Filographie, denk ruimte vorm filosofie

Met een taal of iets dergelijks, waarmee ‘reizen’ in de ruimte mogelijk wordt, met behulp van het ‘zien’ of ‘licht’ in ons hoofd ofwel bewustzijn, kan waarschijnlijk sneller dan de snelheid van het licht gereisd worden, want op microniveau of op een ander niveau (wij kennen nu maar een fractie van de krachten en materie in het heelal) zijn de hersenen in verbinding met de ruimte. Net als in de hersenen kan het ‘zien’, het ‘licht’, het bewustzijn, in de ruimte snel van plaats veranderen en kan het in de ruimte een vorm aannemen en zich aansluiten aan de materie en daarin actief veranderingen aanbrengen. Hiervoor moet de grens overtreden worden dat de hersenen niet twee dingen tegelijkertijd kunnen denken, zoals in geval van Schrödingers kat. Schrödinger heeft een gedachte-experiment opgesteld: als we een kat in een doos opsluiten en een microdeeltje afschieten op de doos, en op de weg van het microdeeltje bevindt zich een spiegel, dan kan de spiegel het deeltje doorlaten - de kat wordt dan gedood - of niet doorlaten - de kat blijft dan in leven - óf de kat is tegelijkertijd levend en dood, zolang de doos gesloten blijft. Onze hersenen kunnen deze twee mogelijkheden, dat de kat leeft of dood is én de kat tegelijkertijd levend en dood is, niet gelijktijdig accepteren.
De materie begrijpt zichzelf via denken, dit heeft tot gevolg dat wij er via denken in kunnen reizen, maar de oplossing voor het probleem dat dit nog niet gebeurt kunnen wij niet vinden omdat wij alles in de wereld via de bril van logisch-wiskundige taal onderzoeken. Er zijn echter ook andere mogelijkheden, andere verhoudingen en andere oorzaken en gevolgen, naast wetenschap wijst ook een deel van de kunsten in deze richting. In de beeldende kunsten ontstaan middels zogeheten automatisch tekenen, waarbij een deel van het bewustzijn is uitgeschakeld, tekeningen en uit deze kunnen verhoudingen gezeefd worden die een weg wijzen naar een taal waarmee reizen in ruimte en materie mogelijk wordt en waardoor ons bestaan zich kan aansluiten aan een andere ‘dimensie’, aan een samengestelde wereld die als we deze in woorden willen uitdrukken, geen einde heeft en geen begin en tijdloos is.
Wij begrijpen alles door iets anders, wij ontleden alles, wij vergelijken, en ons onderzoek van verhoudingen in het denken levert nooit iets constants, onveranderlijks op behalve in beeldende kunst, daar zijn aanwijzingen dat dit wel mogelijk is. Wij zijn als het ware opgesloten in onze kennis en geschiedenis maar via kunst en wetenschap kunnen we tot de grens van onze kennis komen, deze grens verruimen en passeren en de ontwikkeling versnellen. Denkbaar is dat een super-wezen onze geschiedenis achteraf heeft geschapen, teruggrijpend in de tijd, maar ook aan deze gedachte is te ontsnappen. De sleutel voor een uitweg uit de voor ons bekende wereld ligt in onze hersenen, onze kennis, en in onze kennis ligt ook de grens van het heelal en de grens van de materie. Wat is buiten de kennis? Is de verdere kennis en geschiedenis al klaar, kunnen wij deze beďnvloeden of hebben wij geen keuze? Hoe ziet de werkelijkheid er uit? Waarschijnlijk zitten allerlei krachten, krachtvelden, in ons en om ons heen die wij niet waarnemen en niet kunnen gebruiken. Wij vragen ons steeds af: wat is de oorzaak van het begin en de oorzaak daarvan en eindeloos zo door. Ons denken is geblokkeerd, deze blokkade in het denken is aanwezig op verschillende terreinen van menselijke activiteit. In beel-dende kunsten is deze blokkade door analyse van basiselementen die aan een kunstwerk te onderscheiden zijn (lijn,kleur, en dergelijke ), op te heffen want hierdoor kan denken zichzelf onderzoeken en de oplossing van deze blokkade is in het denken te vinden. Het denken is deel van het heelal (het heelal of de werkelijkheid kan men zich voorstellen als het vanuit elk ‘punt’ in alle richtingen existeren van een oneindig aantal dimensies) en van de materie, is daarmee één, en door het denken te onderzoeken en te analyseren is de weg naar het heelal te vinden en naar het eindeloze en tijdloosheid.


 

Filográfia, a forma, gondolkodás, tér filozófiája

Gyakorlati `nyelvel', a fényel',`látásal' a fejünkben, gyorsabban lehet utazni az űrben mint ahogy a fény terjed. Mikrószinten valószínű az agyunk és gondolkodásunk kapcsolatban van a világűrben lévő any-aggal. A ’látás’, a ’fény’, a gondolkodás az agyunkban helyet tud vál-toztatni, tehát a világűrben lévő anyagban is. Csak azt a határt kellene átlepni mi szerint egyszerre két dolgot nem tudunk gondolni. Vagy mint a Schrődinger macskája esetében, Schrődinger egy gondolat kísér-letet ajált: ha egy dobozba bezárunk egy macskát és irányába kilövünk egy mikrórészecskét ami előtt egy tükör áll, ez a részecskét vagy elteríti vagy nem, ha átmegy a tükrön, megöli a macskát ha nem akkor a macska életben marad; nem tudjuk elfogadni él is meg nem is egyszerre, még bele nem néztünk a dobozba, a két lehetőséget nem tudja az `agyunk' tudatunk elfogadni egyszerre. Az anyag érti magát, az agyunk anyagból van, benne a gondolatik is, ez bizonyítsa hogy utaz-hatunk benne. A megoldást nem tudjuk megtalálni mert a matematika és a logika (nyelv) szemüvegén át vizsgáljuk a világot pedig más arányok és okozatok is léteznek, a képzőművészet egy része erre utal. A képzőművészetben, az úgynevezett automatikus rajzokból, ahol a tudat nagy része ki van kapcsolva, ki lehet szűrni egyes arányokat, amelyek utat mutatnak a világűrbe lévő anyagba és a mi létűnk meg-változtatásába és bekapcsolódásába egy másik `dimenzióba' össztettebb világba amelynek ha szavakkal jegyezzük meg se vége se kezdete nincs és idő sincs benne. Mi mindent valami más által értelmezünk, részekre osztunk, összehasonlítunk, a viszony-ulások vizslódása az agyunkban mindig változik, sosem változatlan. A képző-művészetben lévő értelem a kulcsa a tuda­tunk és tudásunk határához, ezt kell átlépni, bővíteni és ez által gyorsabban lehet fejlődni mint ahogy ez eddig történt a történelemben. Például ha egy szuper-lény a mi történelmünket utólag teremtette vissza nyúlva az időben, ilyen esetben is csak a kulcsot kell megtalálni amivel az általunk most ismert világból kiszabadulhatunk. Mi be vagyunk zárva az agyunkba és a tudásunkba, a tudásunk határa a világűr határa. Mi van a tudáson kívül, ott van e készen az összes végtelen tudomány fejlődés, tudjuk-e mi ezt befolyásolni, megy-e ez magától, van-e választásunk? Hogy néz ki a valóság? Az erők terek itt vannak bennünk, körülöttünk? Csak nem lássuk és nem tudjuk használni? Mindig kérdezzük mi volt a kezdete és annak az oka és annak az oka, és így a végtelenségig, tehát a gondolkodásunk le van zárva. A képzőművészetben az alap-elemekkel (szín, vonal, stb.) ezt a zárlatot meglehet szüntetni, ezek által ön vizsgálatot tudunk végezni, mert a megoldás a tuda­tunkban van. A gondolkodás a világűr és az anyag része és avval egy, tehát ez által meg lehet találni az utat a végtelenbe és időtlenségbe. A világűr vagy a valóságot úgy kell elképzelni, mint ha minden `pontból' minden irányba végtelen számú dimenzió létezne.

Rajzaimban látok egy megoldást, ha ezeknek adok dimenziót (szo-brok) és különböző gondolatokat követve ezeket a formákat össze-rakom halmazokba.

Megjegyzés:

Ha a világűrben egy elme megért egy szöveget, akkor az nagyon jó szöveg, ha ketten megértik az zseniális.

 

 

Filographisch onderzoek

Filographische basisvormen (zie bovenstaande afbeelding) zijn pro-ducten van ‘automatisch’ tekenen. Van deze vormen bestaan ver-schillende twee- en driedimensionale uitvoeringen: lijntekeningen, doorzichtige en ondoorzichtige vormen, klein- middelgroot en groot formaat, verschillende materialen als gips, hout, klei, rubber, polyester, ijzerdraad, papier. Uit combinaties van reële filographische objecten (basisvormen), verschillende uitvoeringen hiervan en filographische ruimte-objecten (schalen, bakjes, jasjes) ontstaan bij waarneming in onze hersenen filographische vormen en ruimtes die bestudeerd wor-den door de filographie. De bedoeling van filographie is om erachter te komen of de in de hersenen aanwezige kennis te omzeilen is en of er dan toch ideeën en gedachten te creëren zijn, een extra gebied van het denken buiten de gangbare historische kennis, een gebied waar-over je kunt denken en waarmee je de kennis kunt uitbreiden. Voor het onderzoek wordt gebruik gemaakt van filographische vormen, omdat deze als product van 'automatisch' tekenen minder geassocieerd kunnen worden met door kennis ontstane producten en natuurpro-ducten.
Filographie bestudeert de volgende processen: het maken van opstel-lingen van reële filographische objecten, de relatie tussen deze opstel-lingen en de ideeën die ontstaan door onze waarneming van deze objecten en de relatie tussen deze ideeën en het maken van nieuwe opstellingen (handelen). De bestudering van één object, bijvoorbeeld het spinnetje, levert waarschijnlijk al talloze mogelijkheden op.
De opstellingen dienen zo gemaakt te worden dat kennis zoveel mo-gelijk ontweken wordt. Dit is een vereiste omdat anders de kennis (historische, wiskundige, encyclopedische en dergelijke), het beken-de, op de objecten geprojecteerd wordt en zo in het onderzoek ge-stopt wordt wat je al weet, meer van hetzelfde, pseudokennis. Als de opstellingen met behulp van aanwezige kennis bestudeerd worden, wordt de kennis die er al is onderzocht. Dit kan schijnbaar iets nieuws opleveren maar is in werkelijkheid misleiding omdat dan het bekende onderzocht wordt.
Aan het filographisch onderzoek, filographie, ligt de vooronderstelling ten grondslag dat buiten de kennis in het denken een extra ruimte bestaat. Het volgende is voorbeeld van deze vooronderstelling: men wil een constructie maken voor een bepaalde functie en raakt er door ervaring en maken van schetsen (aanwezige kennis) van overtuigd dat één manier de beste is om deze constructie te verwezenlijken maar terwijl men hiermee bezig is kunnen andere inzichten ontstaan die ertoe leiden dat er niet maar één beste constructie is. Dit nieuwe inzicht ontstaat niet door leren van fouten (trial and error), door omstandigheden wordt een betere manier gevonden waardoor de constructie steviger wordt. Kennis kan een rem vormen en loslaten hiervan kan tot nieuwe inzichten leiden. Filographie onderzoekt of deze vooronderstelling klopt.
Aanwezige kennis, variaties hierbinnen en wat dit praktisch kan veroorzaken zorgt voor het bestaan van potentiële kennis, waarvan men geen weet maar die er wel is.
 



Op bovenstaande afbeeldingen zijn drie filographische vormen van drie verschillende dimensies gebruikt, lijn - , platte en ruimtelijke vor-men. De platte en ruimtelijke vormen zijn dominant omdat ze door hun ondoorzichtigheid de rest bedekken. Met de onderdelen die op deze afbeeldingen te zien zijn, zijn verschillende combinaties te maken. In de eerste afbeelding is een lijnvorm om een ruimtelijke vorm heen ge-bogen. De vormen van ijzerdraad zijn net als de getekende lijnen lijnvormen en deze zijn gemaakt omdat hier vormen doorheen gesto-ken kunnen worden, waarmee getoond wordt dat wat door de lijn begrensd wordt ook een ruimte is.
Op onderstaande zes afbeeldingen zijn onderdelen te zien van het filographische spel wanneer het is losgehaald op haar bestanddelen (filographische basisvormen, jasjes, bakken, schalen).

 

   
   


Filográfiai kutatás

A filográfiai kutatás a filográfia eredete ’Filographie Oorsprong’ három kötetes könyvben található rajzokra van alapozva. Ötszázezer úgynevezett ’automatikus’ rajzból lett kiválogatva hetvenezer rajz a könyvben. Ezek egymással lettek összehasonlítva és ebből száz filográf forma alakult ki. A száz formával több rajz kísérlet készült miután tizenkét filográf forma maradt fenn. Az ’automatikus’ rajz az ahol rajzollás közbe a tudatunkat kiküszöböljük. A rajzokról szobrok készültek gipszből, fából, viaszból, stb. A filográf formák (szobrok) halmazokba rakásával tanulmányozni lehet a gondolkodást. A gondol-kodás különleges módon kihat az anyagra, az anyag kihatással van a gondolkodásra. Valószínű mikrószínten a gondolkodás közvetlenül kapcsolatba van az anyaggal. Az anyag öntudatos lesz a gondolkodás által. Különböző tevékenységgel a gondolkodás anyagi terméket hozz létre (filográf formák, szobrok). A filográf formák összerakása halma-zokba a filográf játékhoz vezetett. A filográf játék által a gondolkodás, az anyag és a tér közvetlen módon tanulmányozható. A filográf játék alátámasztja azt az eszmét ami szerint a gondolat által (’meglátás’, ’fény ’, az agyunkban) gyorsabban lehet utazni a térben mint a fény mert a gondolatnak nincs térfogata és kiterjedése. Az ilyen utazás utáni kutatás csak elméleti úton lehetséges. Az elmélet filográfiai formákat eredményez, a formák viszont a gondolatban való utazás lehetősége irányába mutatnak.
 





 





 









De twaalf onderstaande afbeeldingen zijn ontstaan uit combinaties tussen het in lijnen uitgevoerde filographische spel en driedimen-sionale filographische vormen. Deze afbeeldingen zijn een soort definities van stellingen die ontstaan door verplaatsen en stapelen van de filographische vormen. Zo worden specifieke filographische ruimtes gecreëerd.






De volgende filographische tekeningen zijn ontstaan naar aanleiding van foto's van filographische taferelen en in drie van deze tekeningen zijn delen van filographische symbolen geplaatst.




     
 

Aan onderstaande collages is te zien hoe verschillende filogra-phische ruimtes in elkaar geschoven zijn. Hierdoor ontstaan eigen-aardige ruimtes en perspectieven die voor onze waarneming on-gewoon en verwarrend zijn. Toch maken ze, eenmaal gecreëerd, deel uit van de realiteit. Via dit principe kan ons inzicht over de ruimte uitgebreid worden. 







 

De hierna volgende filographische schilderijen zijn gemaakt naar aanleiding van foto's, om aan te tonen dat de mens in staat is met simpele middelen, zoals verf en kwast, weer te geven wat hij waar-neemt. Deze schilderstechniek kan zolang herhaald worden totdat de foto en de waargenomen realiteit nauwkeurig weergegeven worden.





 

Filographie, filosofie van denken in vormen ◄

door Gabor Lodi en Lidwien Schuitemaker

Filográfia, gondolkodás filozófia formákban ◄
Szemelvények

Lódi Gábor, Schuitemaker Lidwien


Inleiding
De afgelopen twintig jaar is door ons onderzoek gedaan naar denken. Hiervoor zijn door ons de filographie en de filographische vormen ontworpen, gebaseerd op zogenoemd ‘automatisch’ tekenen en een aantal uit denken en wetenschap geselecteerde thema’s die wij bruikbaar achtten voor dit onderzoek. Op deze filographische vormen en thema’s zijn bepaalde ideeën en gedachten toegepast en deze gedachten zijn visueel vormgeven, waardoor een binding tussen denken, materie en ruimte zichtbaar wordt. Deze binding wordt met de term filographie weergegeven: ‘filo’ staat hierin voor het filosofische, het denkaspect en ‘graphie(k)' voor het praktische karakter van het onderzoek (tekeningen, grafiek, collages, objecten en foto’s).

Előszó
Az elmúlt húsz évben a gondolkodást kutattuk. Ehhez kialakítottuk a filográf formákat és a filográfiát, amelyet az úgynevezett automatikus rajzra és néhány, a gondolkodásból és a tudományból átvett témára alapoztunk. A filográf formákra és témákra különböző gondolatokat, elképzeléseket alkalmaztunk, az így keletkezett gondolat-változatok-nak vizuális formát adtunk, ami által láthatóvá válik a létrejött kapcsolat a gondolkodás, az anyag és a tér közt. Ezt a kapcsolatot a filográfia kifejezés jelzi. A ’filo’ a filozófia és a gondolkodást jelképezi, a ’gráfia’ a kutatás a gyakorlati részét (grafikákat, rajzokat, kollázsokat, szo-brokat, fényképeket, stb.).

Denken, materie en ruimte
Een van de richtlijnen bij het filographisch onderzoek is de idee dat de hersenen op microniveau (subatomaire deeltjes) en macroniveau (heelal) in verbinding staan met de overige materie en ruimte en dat materie en dus ook het heelal zichzelf bewust worden via denken van de hersenen. Wanneer het denken onderzocht wordt, worden materie en heelal onderzocht. Waarom onderzoekt de materie zichzelf? Als de materie van zichzelf bewust is, zou zij zichzelf niet hoeven onder-zoeken. Dat materie, ruimte en denken zichzelf onderzoeken, zou betekenen dat zij zichzelf niet kennen. En waarom zouden ze zichzelf moeten kennen? Om bewust te worden en zichzelf te verbeteren? Deze gedachtegang doet denken aan Hegels idee dat de natuur via de mens tot zelfbewustzijn komt.
Hersenen zijn uit dezelfde bouwstenen opgebouwd als de overige materie (atomen, elektronen et cetera), waardoor geen scheiding bestaat tussen ‘dode’ en ‘levende’ materie. Heeft zogenoemde dode, niet organische materie, bijvoorbeeld een steen, deel aan het denken en heeft het in die zin bewustzijn? Op microniveau hebben hersenen dezelfde bouwstenen als de steen en op dit niveau zijn de deeltjes van beide met elkaar en de overige materie in verbinding. Hierdoor is het mogelijk dat de microdeeltjes van de steen deelnemen aan het denken.
De filmregisseur Andrei Tarkovsky heeft in zijn film ‘Solaris’, ge-baseerd op een verhaal van Stanislaw Lem, de problematiek van de relatie tussen materie en denken zo uitgewerkt, dat het hele heelal, alle materie, een wezen met bewustzijn is, in deze wereld worden de denkmogelijkheden vermaterialiseerd, in objecten gerealiseerd. Heeft alles bewustzijn, of is wat wij bewustzijn noemen in werkelijkheid het herordenen van patronen?

Anyag és tér
A filográfiai kutatásban az egyik vezető fonal az a gondolat, miszerint az agy a mikroszinten (az atom legkisebb részecskéi) és makro-szinten (világegyetem) összeköttetésben van az összes anyaggal és térrel és így az anyag és a világegyetem tudatos lesz, tudatra ébred az agy a gondolkodás által. Ha a gondolkodást kutatjuk, ez által az anyagot és a világűrt is kutatjuk. Miért kutatja, tanulmányozza, az anyag magát? Ha az anyag tudatában volna önmagának, akkor nem lenne miért magát kutatni. Ha az anyag és a tér a gondolkodást kutatja, kutatja magát, és ez azt jelenti, hogy nem ismeri magát. Kellene-e önmagát ismernie? Tudatos-e és tökéletesíti-e magát? Ezek a gondolatok hasonlítanak Hegel elgondolására, ami szerint a természet öntudatra ébredt az ember által.
Az agy ugyanazokból az összetevőkből van felépítve, mint a többi anyag (atomok, elektronok, kvark, stb.), és ha ez így van, akkor az élő és a holt anyag nincs egymástól elválasztva. Részt vesz-e az úgy
-nevezett holt anyag, például egy kő, a gondolkodásban, van-e ez által öntudata? Mikroszinten ugyanazokból a részecskékből van felépítve az agy is, mint a kő és ezen a szinten összeköttetésben vannak az összes anyaggal, így egymással is. Így lehetséges, hogy a kő mikro-részecskéi részt vehetnek a gondolkodásban.
Andrej Tarkovski  filmrendező a  Solaris  című filmjében az anyag és a gondolkodás viszonyát úgy dolgozta fel, hogy a világűr és az összes anyag egy öntudatos lény, aki a gondolatokat anyaggá változtatja, tárgyakat, természetet, embereket hoz létre. Van-e mindennek tudata vagy amit mi tudatnak nevezünk, valójában újra elrendeződése a mintáknak (patronoknak).

Kennis en heelal
Zijn onze hersenprocessen zodanig met het heelal verbonden dat wij het heelal kunnen kennen? En kunnen we het onderzoek van de filographische vormen in onze gedachten koppelen aan de vormen van het heelal? Is door de materialiteit van ons denken en doordat ons denken deel heeft aan de materie als zodanig, het heelal volledig door ons te kennen, of alleen voorzover de beperktheid van onze praktijk en ons kenapparaat dit toelaten? Kunnen we de werkelijkheid kennen en weten wat werkelijkheid is? Of bestaan er, zoals de natuurkundige John Gribbin beweert, dingen die we nooit te weten kunnen komen?
Volgens de natuurkundigen Richard Feynman en John Wheeler is het denkbaar dat het heelal de creatie is van de beweging van één elektron, en dat wij ons in het verleden van deze beweging bevinden. Daarom zou het onmogelijk zijn naar het verleden toe te reizen. Een ander idee van Wheeler is dat door het heelal nu waar te nemen, we het verleden ervan tot en met de Big Bang beďnvloeden, en dat naarmate we het verleden meer beďnvloeden, creëren en veranderen,


 


we er meer van weten. Wheeler vat verleden, heden en toekomst op als één geheel, waarin ook hele kleine, door de natuur teweeg-gebrachte veranderingen ertoe doen: het wapperen van de vleugels van een vlinder hier, zou onweer in Australië kunnen veroorzaken of een verandering aan de andere kant van het heelal.
Misschien is het filographisch onderzoek (filographische stapelingen) slechts een reeks die voortvloeit uit talloze materiële processen en is alles - inclusief de invloed die wij hierop denken uit te oefenen - een verschijning van de beweging van materie, waarop wij geen invloed hebben. Als het heelal via ons denken denkt, weet het wat het denkt en daarom kan de mens niet nog iets anders denken, dit wordt dan namelijk door het heelal al gedacht. Een soortgelijke paradox is aan-wezig in de filographie: filographie als product van het denken waar-mee geprobeerd wordt het denken te begrijpen. Misschien gaat uiteindelijk alles (het heelal) over in iets anders, en is de mens geen bewuste materie maar komt deze idee voort uit zijn hoogmoed. En misschien is deze hoogmoed onderdeel van het proces dat veran-dering van het heelal bewerkstelligt.
Wat de werkelijke eigenschappen van de dingen zijn, lijkt in het licht van de veranderlijkheid van kennis een zinloze vraag. Vaak gaan we uit van de idee van een vaststaand geheel waarvan we steeds meer kunnen kennen, maar eigenlijk is onze kennis de grens van het geheel en breiden we deze grens uit door toename van onze kennis. De grenzen van onze kennis zijn te beschouwen als de grenzen van het heelal: voor ons is het heelal alleen datgene wat we erover weten, wat we niet weten bestaat voor ons ook niet. De mens ziet, begrijpt de wereld steeds vanuit het standpunt van de kennis waarover hij be-schikt, met veranderingen in kennis verandert voor hem de wereld. De wereld heeft voor hem slechts in zoverre betekenis als zij toegankelijk is voor zijn zintuigen en voor het historisch ontwikkelde systeem van kennis. Omdat onze kennis groeit, is het wel mogelijk verschijnselen die voor ons onbekend waren, te vinden en te verklaren. Een systeem dat is opgebouwd volgens andere principes dan de mens, zal de werkelijkheid anders ‘zien’, begrijpen dan de mens: het neemt de materie anders waar, zal andere dimensies en golven onderscheiden en op een manier communiceren die voor ons waarschijnlijk niet toegankelijk is. Misschien nemen andere systemen ons niet eens waar of beschouwen ze ons zoals wij naar de micro-organismen kijken. Hoe de mens zijn wereld via geschiedenis en wetenschap ziet, is ten opzichte van het geheel, dat vermoedelijk veel ingewikkelder in elkaar zit, waarschijnlijk  onbeduidend. Of om met Einstein te spreken: aan de andere kant van de grens van onze waarnemingen bestaan werelden waarvan wij geen besef hebben.
 

Tudás és a világegyetem
Kötődnek-e az agyfolyamatok a világegyetemez és ezáltal megis-merhető-e számunkra a világegyetem? Gondolatban össze tudjuk kapcsolni a filográfiai formákkal történő kutatást a világegyetem formáival. Megismerhetjük-e az anyagot tejesen vagy csak annyit tudhatunk meg róla, amennyit észlelő rendszerünk, tudásunk és gya-korlatunk megenged? Megismerhetjük-e a valóságot, tudhatjuk-e mi a valóság? Léteznek-e dolgok, tárgyak, amiket mi soha nem ismer-hetünk meg, örökre a tudásunkon kívül rekednek, ahogy a természet-tudós John Gribbin állítja? Richard Feynman és John Wheeler szerint lehetséges, hogy a világűr egyetlen elektron mozgásának a képzete és a mi történelmünk ennek a mozgásnak a múltjában létezik. Ezért lehetetlen számunkra a múltba utazni. Egy másik gondolat szerint, ha most tanulmányozzuk a világűrt, akkor megváltoztatjuk a múltját egész-en a kezdetéig, a Big-Bangig. Minél többet tudunk a világ-egyetemről, annál jobban változtatjuk a múltját. Wheeler a múltat, a jelent és a jövőt egy egésznek tekinti, ahol egy apró változás nagy következményekkel jár: egy itteni lepkeszárnycsapkodás vihart okozhat Ausztráliában, vagy valami változást a mérhetetlen távoli űrben.
Lehet, hogy a filográfiai kutatás a filográfiai formák halmozása csak az anyag számtalan mozgási folyamatából következő sorozat rész, bele
-értve azt is, amit mi erről a cselekvésről gondolunk, amit nem tudunk befolyásolni. Ha a világegyetem gondolkodásunk által gondolkozik, tudatában van annak, amit gondol, nem gondolhat az ember mást, mint amit már az univerzum átgondolt. Ehhez hasonló paradox fennáll a filográfiában is: a filográfia a gondolkodás terméke, amivel megkís-éreljük a gondolkodást megérteni. Lehet, hogy végleg a világegyetem átváltozik valami mássá és az ember nem tudatos lény, a tudat csak beképzeltségének a képződménye. De önhittsége annak a folyamat-nak a része, ami a világegyetem megváltozásához vezet. A kérdés, hogy mik a tárgyak valódi tulajdonságai, a tudás változékonyságának a fényében értelmetlenné válik. A tudásunk határa egyben a világegye-tem határának is tekinthető. Számunkra a világegyetem az, amit róla tudunk. Sokszor abból az eszméből indulunk ki, hogy van egy válto-zatlan mindenség és erről mindig többet tudhatunk meg. Ha a tudásunk bővül, bővül a világegyetem is. Amiről semmit nem tudunk, az számunkra nem létezik. Az ember mindig a tudásának a szemszög-éből érti, értelmezi a világot. Ha a tudása változik, változik számára a világ is, és annyi jelentőséget kap, amennyit az érzékszervek fel-vesznek és a történelmi tudásrendszer megenged. A tudásunk növek-szik, az addig ismeretlen jelenségeket meg tudjuk találni és értel-mezni. Egy más értelmező rendszer, amely más alapokra épül, másképp működik, mint az emberi, másképp látja és értelmezi a valóságot, az anyagot, a dimenziókat, a hullámokat és számunkra észlelhetetlen módon értekezik. Az is meglehet, ha ilyen rendszerek léteznek, mi számukra csak anyag vagyunk vagy úgy észlelnek ben-nünket, mint mi a mikróbákat. Valószínű, hogy az ember a törté-nelmen át a tudománnyal csak egy jelentéktelen apró részét észleli a mérhetetlen világegyetemben rejlő bonyolult jelentőségeknek, vagy mint Einstein mondta: „Az érzékelésünk határán túl létezik egy világ, amelyről nincs fogalmunk.”

Automatisch tekenen
Hans Arp gebruikte toeval (automatisme) in zijn kunstwerken en open-baarde hiermee veranderingen van de materie, die gevolg zijn van natuurkrachten, zoals het water een steen polijst of de wind de sneeuw voortjaagt, zoals de peer groeit tot een vorm van volmaaktheid en het kristal tot een andere.
Filographische lijnvormen zijn resultaat van zogeheten automatisch tekenen. Deze vormen ontstaan door bewegingen met hand en pen, waarbij de invloed van specifieke kennis zoveel mogelijk wordt uit-gesloten. Doordat de hersenen voortdurend werken en gedachten en stand van de hand veranderen, ontstaan variaties in de tekeningen. Deze variaties zijn allemaal te herleiden tot patronen die bestaan uit langgerekte en rondachtige vormen waarvan de lijnen elkaar zelden kruisen. Het onderzoek van de gedragingen van filographische vor-men in de ruimte zijn we begonnen met de eenvoudigste mogelijkheid, de lijntekening, en stap voor stap zijn ingewikkelder versies in twee en drie dimensies toegevoegd.
Door automatisch tekenen, analyse en omzetting van de filographi-sche lijntekeningen in driedimensionale beelden, ontstaan in het brein van de tekenaar niet de exacte vormen maar wel patronen die een ‘vertaling’ zijn van deze lijntekeningen en na het tekenen van verschil-lende reeksen is ontwikkeling in de tekeningen waar te nemen. Voor en tijdens het tekenen weet de maker niet nauwkeurig wat het resultaat zal zijn, welke vorm precies zal ontstaan wordt pas duidelijk wanneer de handeling van het tekenen is uitgevoerd.
In het totaal zijn ongeveer 500.000 filographische lijntekeningen gemaakt, daaruit zijn ongeveer 36.000 vormen geselecteerd, waarvan achtereenvolgens 100 en 36 en uiteindelijk 12 vormen zijn overgeble-ven,door ons filographische basisvormen genoemd.
De selectie komt tot stand door vergelijking van de tekeningen, waar-bij kenmerkende vormen worden uitgekozen.

Az automatikus rajz
Hans Arp képzőművész felhasználta a véletlent (automatizmust) műal-kotásaiban és ezzel feltárta az anyag egyes lényeges változásait, formáit, amelyek a természeti erők által keletkeznek, ahogy a víz a követ formálja, fényezi, a szél a havat buckázza, a körte egy majdnem tökéletes formává növekszik, a kristályok csillogó halmazzá szaporod-nak.
A filográfiai formák az automatikus rajz által jöttek létre a kézben tartott toll mozgatása által, a sajátos (specifikus) tudás lehetőleges kizárá
-sával, véletlen mozgatással, csak az agy automata működése által irányított kézmozgással a specifikus gondolkodás kizárásával. Az így keletkezett rajzok nagy része visszavezethető egy pár hasonló nyújtott, gömbölyű formára, ahol  a vonalak egymással ritkán kereszteződnek.
A filográfiai forma tanulmánya, kutatása a térben az egyszerű vonal
-formák halmazával kezdődött, két és három dimenziós bonyolultabb halmaz kombinációk tanulmányozásával bővült. Ötszázezer filográfiai vonalrajz készült, ebből harminchatezret kiválasztottak, majd jelleg-zetességeik összehasonlításával véglegesen száz forma maradt meg pár évi kísérletezés után. További kísérletezéssel harminchatra szűkült a filográfiai formák száma, ezek háromdimenziós változataival halma-zok készültek, végül összehasonlításuk alapján tizenkét alapforma (bázisforma) került kiválasztásra a tanulmány folytatásához.

 
 
  
    
 

Filographische vormen
De reden waarom deze filographische vormen gebruikt worden als middel om het denken mee te onderzoeken, is dat bij natuurvoor-werpen als een steen en een boom en bij door de mens gecreëerde gebruiksvoorwerpen zoals een mes en een huis allerlei interpretaties met betrekking tot functie, ontstaan en nut een rol spelen. Het is moeilijk om bij het zien van dit soort objecten deze interpretaties weg te denken. Door deze vermenging van vorm en functie wordt dan niet meer het denken zelf onderzocht, maar reeksen van functionele begrippen en combinaties hiertussen, bijvoorbeeld de reeks ‘boom, enkele boom, bossen, groeiproces van een boom, klimaat’, of de reeks ‘mes, gereedschap, geschiedenis van de mens, functie van het mes’. In de beeldende kunsten zijn vaker experimenten gedaan met functionaliteit en het zoveel mogelijk uitsluiten van kennis, bijvoorbeeld binnen het surrealisme en dadaďsme. De schilder René Magritte maakte ongewone combinaties en Paul Klee probeerde op dezelfde manier te tekenen als kinderen. Ook de kunstenaars Jackson Pollock en Jean Dubuffet experimenteerden met het zoveel mogelijk uitsluiten van specifieke kennis.
In het filographisch onderzoek is via het willekeurig uitleggen van de filographische vormen getracht de invloed van parate kennis van de onderzoeker op de uitvoering van de experimenten zoveel mogelijk te beperken. Op deze manier is geprobeerd het denken zoveel mogelijk los van de invloed van deze kennis te onderzoeken. Ook zijn zo de bindingen onderzocht tussen denken en de ruimte waarin het denken zich voltrekt. De filographische onderzoeksactiviteiten wijzen erop dat tussen materie, ruimte en denken sterke bindingen bestaan en wij vermoeden dat ze van dezelfde aard zijn, wellicht zijn ze zelfs identiek. De resultaten van het uitleggen van de filographische vormen zijn pas voorstelbaar als dit in de ruimte heeft plaatsgevonden, de combinatie-mogelijkheden zijn eindeloos.
De oorzaken van de verschillende patronen die ontstaan door uit-eggen van de filographische vormen zitten deels in de hersenen, deels in de vormen en deels in de ruimte, gezamenlijk bepalen deze de mo-gelijkheden, variaties. De variaties nemen toe wanneer een element wordt toegevoegd, bijvoorbeeld driedimensionale in plaats van twee-dimensionale vormen, verschillende maten en kleuren.

A filográfiai formák
A gondolkodás tanulmányozásánál a filográfiai formákat előnyben részesítjük, mert más tárgyak, egy kő, kanál, csésze, fa, stb., haszná
-lati céljaik által sok gondolatot hordoznak magukban, keltenek fel ben-nünk. Ezeket a gondolatokat nehéz a tárgyaktól elkülöníteni. Ezáltal nem a tárgy kapcsolatát tanulmányoznánk a gondolkodással, hanem a funkcióval kapcsolatos fogalmak halmazát, például a ’fánál’ gondolunk növekedésére, erdőre, klímára, stb. A képzőművészetben a dadaisták és a szürrealisták kísérleteztek olyan alkotásokkal, hogy a tárgyakat funkcióiktól megfosztva használták, vagy a tudást, tudatot kizárták a rajzból. René Magritte repülő köveket festett, Paul Klee egyszerű gyerekrajzokat készített, Jackson Pollock majdnem ellenőrizetlen moz-dulatokkal festéket csöpögtetett és öntött a vászonra, Jean Dubuffet automatikus rajzokat készített, megkísérelve a tudás és a tudat kizárását.
A filográfiai kísérleteknél, ha a formákat önkényesen halmozzuk, szét
-rakjuk, a kísérletező tudása hatását csökkentjük a kísérletezve nézve és így magát a gondolkodást lehet tanulmányozni a tudás kizárásával, a gondolkodás kapcsolatát a térrel kutatni ott, ahol a kísérlet lefolyik. A filográfiai kísérletek arra mutatnak, hogy az anyag, a gondolkodás és a tér közt erős kapcsolat létezik, feltételezzük, hogy egy a természetük, talán azonos is. A filográfiai formák, halmazok szétszórását, szétra-kását és ennek az eredményét csak a térben tudjuk elképzelni és a változatok lehetősége végtelen. A filográfiai halmozok mintaváltozata részben az agyunkban van, részben a térben és együtt határozzák meg a lehetőségeket és a lehető változatokat. A változatok, lehető-ségek száma növekszik, ha egy új tényezőt hozzáadunk a formákhoz, például kétdimenziós formák helyett háromdimenziósakat használunk, színt, más méretet, stb.

Visuele waarneming
Analyse van de filographische vormen en taferelen die hiermee ge-maakt worden, gebeurt met behulp van visuele waarneming. Visuele waarneming is het proces van lichtweerkaatsing van objecten op het netvlies, waardoor signalen ontstaan die naar de hersenen worden doorgezonden en daar verwerkt worden. Bij het kijken naar dingen is niet alleen sprake van lichtweerkaatsing op het netvlies maar ook van verbindingen tussen deze lichtweerkaatsing en al in de hersenen in de vorm van sporen opgeslagen kennis en andere ervaringen. Nieuwe sporen reageren met al in de hersenen aanwezige sporen waardoor nieuwe combinaties van sporen ontstaan, reeksen die het denkproces vormen. Wanneer iedereen vanuit hetzelfde standpunt op hetzelfde moment naar hetzelfde object zou kijken, zou iedereen hetzelfde object zien doordat steeds sprake is van dezelfde lichtweerkaatsing van een en hetzelfde object op het netvlies. Wát iemand aan het object waarneemt, hangt echter niet alleen af van het proces van licht-weerkaatsing op het netvlies maar ook van kennis en andere er-varingen waarover deze persoon beschikt. Een stelling op het schaak-bord wordt zowel door een schaker als door een niet-schaker waargenomen als een bepaalde groepering van stukken op het bord, maar voor de schaker heeft deze stelling een andere betekenis dan voor de niet-schaker, hij ziet er facetten aan die de niet-schaker niet kan zien omdat die geen kennis heeft van de regels en mogelijkheden van het schaakspel.
De materiële sporen die tijdens het zien van dingen in de hersenen ontstaan, gedachten, krijgen door verwerking in de hersenen betekenis voor de waarnemer en deze gedachten kunnen door hem weer in beelden of andere producten omgezet worden die daardoor toegankelijk worden voor anderen. Op deze manier ontstaat een continu proces van waarnemen, omzetting van het waargenomene in sporen en veruitwendiging van sporen die weer kunnen worden waargenomen.

 

Vizuális észlelés
A filográfiai halmazok, formák elemzése (analízise) a vizuális észlelelés segítségével történik. A vizuális észlelés folyamatánál a tár-gyakról a fény a szemhártyára esik, és innen jelzésekkel kerül az agyba, ezek a jelek (impulzusok, nyomok) összekötődnek a többi jellel, ami már az agyban felhalmozódott a tudás és a gyakorlat által lenyomatok, nyomok formájában. Az új nyomok új folyamatokat (pro-cesszusokat) váltanak ki, az így keletkezett kombinációsorok a gon-dolkodás folyamatát képzik. Ha mindenki ugyanabból a szemszögből ugyanarra a tárgyra nézne, akkor mindenki egyforma benyomást kapna, a fény ugyanúgy esne minden személy szemhártyájára, de az, hogy ki mit észlel egy tárgyon nem csak attól függ, amit a szemhártya felvesz, hanem a személy gyakorlati tudásától. A sakk-táblán egy állást a sakkozó és aki a sakkszabályokat nem ismeri, egyformán látja, de különbözően értelmezi.
A vizuális észlelés által az agyban keletkezett nyomok, gondolatok, átvihetők alkotásokra, képekre, tárgyakra, így a gondolatok láthatóvá válnak mások számára is, egy folyamat jön létre észlelések nyo
mok-ban, rögzítve gondolatokba, amelyek alkotásokba vihetők át és azok új nyomokhoz, gondolatokhoz vezetnek (képek, formák, stb. által) az agyunkban.

Basiselementen
Via lichtweerkaatsing ontvangen wij prikkels die we kunnen onder-scheiden als ordeningen van basiselementen: 1. lijn; 2. kleur 3. mate-riaal 4. structuur 5. schaduw 6. afmeting 7. richting 8. herhaling, ritme, symmetrie 9. perspectief 10. ruimte, tijd, beweging 11. vorm 12. com-positie. Ordening van deze basiselementen kan geďnterpreteerd en herkend worden als een object, persoon, plant, et cetera. Aan elke afbeelding onderscheiden we een ordening van basiselementen. Wanneer deze ordening zodanig is dat daardoor het beeld van een paard op het netvlies wordt geprojecteerd, dan zit in de afbeelding - dat wil zeggen in de ordening van basiselementen of in nog iets anders dat deze idee in de hersenen veroorzaakt - iets dat corre-spondeert met de idee ‘paard’. Niet het paard zelf komt zo in de hersenen en in de gedachten maar iets waardoor het paard herkend wordt en dat met tekenen, schilderen en andere technieken kan wor-den weergegeven. Ideeën kunnen in beelden worden vastgelegd en dit betekent dat bijvoorbeeld een schilderij niet alleen een besmeerd stuk doek is en een beeldhouwwerk niet slechts een uitgehakt stuk steen. Zowel ‘realistische’ als ‘abstracte’ beeldende kunstwerken kennen een ordening van basiselementen. In de abstract-expressio-nistische schilderijen van Jackson Pollock veroorzaken deze niet de herkenning van een ‘paard’ maar van manieren van verf gieten en van verfstructuren.
Zou tijdens het waarnemen alleen sprake zijn van interpretatie, dan zou in de basiselementen die op het schilderij of in het beeld geor-dend zijn niet de betreffende persoon herkend worden, omdat inter-pretaties afhankelijk van kennis en andere ervaringen van elkaar kunnen verschillen. Doordat echter aan elke persoon een specifieke ordening van basiselementen te zien is, wordt hij als zodanig herkend.
Herkennen en onthouden van filographische objecten kost meer moeite dan het herkennen en onthouden van objecten die bekend zijn, vergelijkbaar met het proces van leren schaken: als de regels on-bekend zijn is niet duidelijk wat een schaakstuk vertegenwoordigt. Een verschil tussen filographie en schaken is dat in de filographie de regels niet vaststaan maar steeds opnieuw gecreëerd kunnen worden, het is een open systeem, spel. Doordat het filographisch spel een open systeem is, ontstaan door regelmatig kijken naar en wijzigen van filographische taferelen veranderende interpretaties van deze tafe-relen, die het maken en bekijken van nieuwe taferelen beďnvloeden en door dit proces kan een nieuwe ruimte in het denken ontstaan.
Binnen elk systeem, ook het filographische, wordt met regels gewerkt maar de mens is in staat te experimenteren met minimale en flexibele regels. De resultaten van dergelijke experimenten kunnen echter alleen met behulp van bestaande kennis (regels, systemen) beoor-deeld worden, elk experiment en de conclusies die hieraan verbonden zijn, worden zo deel van het bestaande kennissysteem.

Alapelemek
A fény által vizuális benyomásoknak vagyunk kitéve, ezek a benyo-mások felbonthatók egyes alapelemekre: 1. vonal, 2. szín, 3. anyag, 4. struktúra, 5. árnyék, 6. méret, 7. irány, 8. ismétlés; ritmus; szimmetria, 9. perspektíva, 10. tér; idő; mozgás, 11. forma, 12. kompozíció. Ezeknek az elemeknek a kombinációi által észleljük és ismerjük fel a tárgyakat, személyeket, képeket, stb. Például ha egy lovat látunk, nem a képe kerül az agyunkba, hanem a visszaverődő fény által az alap-elemek kombinációja, amit az agyunk összeköt a ló keltette gondolattal és felismerjük a lovat.
Különböző festői technikákkal ez a gondolat megörökíthető, így egy festmény számunkra nem csak egy festékkel bekent vászon, egy szo
-bor nemcsak egy feldarabolt kő. A realista és az absztrakt képző-művészeti alkotásokon megkülönböztethetjük az alapelemeket, Jack-son Pollock festményein nem ismerjük fel az alapelemek által a ló formáját, hanem azt a módot, ahogy festéket öntött a vászonra és az így keletkezett vonalakat, színeket, struktúrát és kompozíciót. Az észle-lésnél ha csak értelmezés játszana szerepet, akkor nem jönne létre a felismerés, mert a gyakorlat és tudás személyenként különbözik, tehát ugyanazt a képet mindenki máshogy látná, de mivel a képen az alapelemeket észleljük, ismerjük fel és ezek olyan rendszerben és módon adják vissza az ábrázolt személy karakterisztikus vonásait az alapelemek által, hogy azt minden megfigyelő személy majdnem egy-formán észleli és ezáltal felismeri az ábrázolt személyt.
A filográfiai formákat nehezebben ismerjük fel és jegyezzük meg, úgy mint a sakkban, ha nem ismerjük a figurákat és szabályokat, nem tudjuk őket használni. A filográfiai formák és játék abban különbözik a sakktól, hogy az egy nyílt rendszer, játék, ahol a szabályok nincsenek rögzítve és újra alkothatók. Újabb és újabb halmazok kirakása után sokszor változik a felfogásunk, gondolkodásunk, így ehhez változtat
-hatjuk a szabályokat a következő halmaznál és ezáltal egy új tér keletkezik a gondolkodásunkban. Minden rendszer szabályokkal mű-ködik, a filográfiai is, de itt kísérletezhetünk változó szabályokkal. A kísérleti eredményeket a meglevő tudásunkkal és tudásrendszerrel értékeljük, így ezek az eredmények a meglevő tudásrendszer részévé válnak. 

Ordenen van patronen
Logica, grammatica en visuele patronen (rond-vierkant; horizontaal-verticaal;groot-klein) wijzen erop dat denken (verstand, bewustzijn) bestaat uit ordenen, herinneren en weergeven van patronen. Deze patronen ontstaan doordat de hersenen reageren op beweging van materie die deze patronen veroorzaakt. Aangezien de hersenen patro-nen ordenen, mixen en weergeven en dit proces in en buiten de hersenen niet volledig bewust en controleerbaar is, ontstaat de schijn dat de hersenen iets speciaals doen. Maar vermoedelijk is alles wat de hersenen doen een soort impuls, een respons op materie en bewe-ging die vormen voortbrengt. De hersenen doen wellicht hetzelfde als de overige materie: door beweging van materie ontstaan vormen (patronen) die combinaties met elkaar aangaan die weer vormen en beweging voortbrengen, enzovoort. Hieruit is te verklaren wat ‘de materie begrijpt zichzelf’ betekent, namelijk dat denken een vorm van bewegende materie is en dat ideeën patronen van bewegende materie (stof, substantie) zijn; hoe meer de wetenschap zich ‘ont-wikkelt’ hoe ingewikkelder de patronen en ideeën over denken wor-den. Ook de filographische vormen zijn product van bewegende materie in de hersenen. Als bepaalde patronen in de weergave van filographische vormen te ontdekken zijn, zegt dat iets over hoe deze patronen in de hersenen ontstaan en werken. Wanneer de filogra-phische vormen in bepaalde combinaties, standen en taferelen gezet worden of geplaatst zijn, worden materie en denken, op basis waarvan deze combinaties gemaakt zijn, beďnvloed: de oorzaak van de tafe-relen, het denken, wordt door het uitvoeren van de experimenten en de resultaten hiervan beďnvloed.


 


Op deze manier is een rechtstreeks contact tot stand gebracht tussen materie ruimte en denken, de bewegende materie beďnvloedt en onde-rzoekt zo tegelijkertijd zichzelf via patronen en voegt ideeën en objecten, patronen van bewegende materie, toe.
Via leerprocessen worden patronen talloze keren herhaald, totdat we ons deze patronen bewust worden en we deze kunnen gebruiken. Bewustzijn is zo op te vatten dat talloze individuen door de geschie-denis heen talloze malen dezelfde soort patronen hebben herhaald en gedacht. ‘Ik ben mij bewust’ betekent dan dat ook ik deze patronen herhaal. Dat we ons van iets bewust zijn, betekent dan dat iets al ‘miljarden’ malen als patroon is herhaald, gedacht. Zoals de nieren afscheiding hebben, zo hebben volgens sommige wetenschappers in de negentiende eeuw de hersenen als afscheiding het denken en bewustzijn.

A minták elrendezése
A logika, grammatika, vizuális minták (kör, négyzet, horizontális, vertikális, nagy, kicsi, stb.) azt mutatják, hogy a gondolkodás (tudat, öntudat) e minták elrendezéséből tevődik össze. Ezek a minták az agy reagálását, visszahatását váltják ki a mozgásban lévő anyagra, az agy e mintákat rendezi, kombinálja a folyamatot az agyon kívül és belül. Eddig nem lehet ellenőrizni és úgy tűnik, az agy valami különöset művel, de több mint valószínű, ez valami impulzusféle.  Az agy  úgy viselkedik, mint a  mozgás-
ban lévő anyag, újabb és újabb minta, folyamatosan kombinációkat hoz létre. Ebből megérthető, mit jelent ’az anyag érti magát’: a gon
-dolkodás egy formája a mozgásban lévő anyagnak és az ideák, eszmék ennek az anyagnak a mintái; ahogy a tudomány fejlődik, úgy bonyolultabbá válnak a gondolkodásról alkotott eszmék és minták. A filográfiai formákat is az agyunkban a mozgásban lévő anyag hozza létre. Ha egyes mintákat a filográfiai halmazokban felismerünk, leve-zethető hogyan jönnek ezek létre a gondolkodásunkban és hogyan működnek. Ha filográfiai halmazokat, kombinációkat hozzunk létre, akkor ezzel az anyagra és a gondolkodásra is hatást gyakorolunk, amely alapul szolgált e kombinációk létrehozásához. A filográfiai kís-érletekben használt gondolatok lefolyása megváltoztatja az egész kísérletről alkotott fogalmunkat. Így közvetlenül összekapcsolódik az anyag, a tér és gondolkodás. Az anyag vizsgálja önmagát és esz-mékkel gazdagítja a mozgó anyag mintáit.
A minták a tanulási folyamat által számtalanszor ismétlődnek, mind
-addig mígnem tudatosodnak bennünk és használni tudjuk azokat. Az öntudatot úgy lehet felfogni, hogy számtalan személy a történelmen át számtalanszor hasonló mintákat számtalanszor átgondolt. ’Én valami-nek tudatába vagyok’ azt jelenti, hogy ezt számtalan ismétlés előzte meg. Ha valaminek a tudatába vagyunk, az a minta milliárdszor ismét-lődött, mire bennünk tudatosodott. A tizenkilencedik században egyes tudósok szerint mint a vesének van mellékterméke, úgy az agynak is, a gondolkodás és a tudat.

Extra ruimte
Het filographisch onderzoek wijst op het bestaan van een ‘extra ruimte’ in ons denken. De mens heeft op deze ‘extra ruimte’ alleen indirect vat, van deze ruimte zijn met behulp van de gevestigde kennis (wetenschap) geen sporen te vinden. Via wetenschap wordt vooral nader onderzocht wat met deze kennis al gevonden is. Deze situatie is gedeeltelijk te doorbreken op een manier die doet denken aan een tovenaar die een verzameling botjes opwerpt die, nadat ze zijn neergevallen, steeds andere patronen doen ontstaan, patronen die beheerst worden door toevalligheden en door binding tussen ruimte materie en denken. Het element van toeval, ontstaan door willekeurige handelingen, is ook in verschillende spelen (dobbelen, kaarten) aan-wezig. De ‘extra ruimte’ is de binding tussen denken en de ‘toevallige’ patronen die in de ruimte ontstaan. De vraag is in hoeverre deze pa-tronen toevallig zijn: is de mens in staat zonder bedoeling te handelen of voltrekken zijn handelingen zich altijd volgens de wetmatigheden waaraan materie en ruimte onderworpen zijn? De ‘extra ruimte’, een van de aandachtspunten van ons onderzoek, heeft lengte, breedte noch uitgebreidheid en is vooralsnog alleen indirect te bevatten via verschijningsvormen: resultaten van filographisch onderzoek en opna-mes en collages hiervan.
Wat bedoeld wordt met de ‘extra ruimte’ kan ook verduidelijkt worden aan de hand van het proces van het maken van een constructie-tekening voor een bepaalde functie, bijvoorbeeld een brug. Met behulp van de kennis en routine waarover de ontwerper beschikt, maakt hij meerdere schetsen van deze constructie en door de ze schetsen met elkaar te vergelijken kan hij tot het inzicht komen dat het mogelijk is een soort brug te ontwerpen die een vernieuwing betekent ten opzichte van de kennis en ervaring die hij had. De filographie onderzoekt of deze zogeheten ‘extra ruimte’ bestaat, in plaats van constructietekeningen worden hiervoor filographische vormen en taferelen gemaakt.

Külön tér
A filográfiai kutatás rámutat arra a lehetőségre, hogy gondol-kodásunkban rejlik egy külön tér. A tudomány ezt a ’külön teret’ nem tudja kimutatni, csak kerülő úton tudunk meg valamit róla. A tudomány főleg azt tanulmányozza, ami már részben ismert. Ezen a helyzeten olyan módon lehet változtatni, mint amikor a varázsló egy marék cson-tot feldob és a ’véletlent’ használja, a változó mintákat, amelyek az anyag, tér és gondolkodás kapcsolódásából keletkeznek. A végtelen ilyen használata többféle játéknak a része (kocka, kártya, stb.). Az így keletkezett minták a térben kötődnek a külön térhez a gondolko-sunkban. Kérdés: képes- e az ember véletlen cselekedetekre vagy minden cselekvése ugyanazon törvényeknek van alárendelve, mint az anyag és a tér. A filográfiai kutatás egyik érdeklődési pontja a külön tér, amelyiknek nincs kiterjedése (terjedelme), észlelni csak közvetlen módon lehet, a filográfiai kutatás által létrehozott rajzokkal, fénykép-ekkel és kollázsokkal.
Egy híd építészeti tervrajzának elkészítésével ismertetni lehet mi ért
-hető a külön tér alatt gondolkodásunkban. Az építész különböző változatokat készít tudása és gyakorlata használatával és ezeket összehasonlítva rájön, elkészíthető egy híd, amely a tudása és gyakor-lata szerint újítás jelent. Az a pillanat, amikor meglátja az új lehető-séget, hasonló ahhoz, ami a külön tér alatt érthető, egy átkapcsolás, tudatosodás. A filográfia kutatja, létezik-e ilyen külön tér és a tervrajzok helyett filográfiai forma halmazokat használ.

Filographisch spel
Voor de experimenten is door ons het filographisch spel ontworpen. Dit spel kent drie varianten: lijntekeningen, het platte vlak en een driedimensionale uitvoering. Een tafereel met filographische vormen is te beschouwen als een stelling van het filographisch spel en dit spel bevat de volgende onderdelen: twaalf filographische basisvormen (spin, beer, ooievaar, ram, slak, hert, mammoet, kreeft, cobra, eend, mier, paard), hun jasjes, drie bakken, twee ringen en twee schalen. Alle filographische onderdelen (uitgezonderd de schalen) passen in de twee schalen, de filographische basisvormen passen in de daarbij behorende jasjes, deze vormen passen samen met hun jasjes in de bakken en deze passen met de ringen weer in de schalen. Van alle filographische vormen zijn symbolen gemaakt, een soort geome-trische vereenvoudigingen van deze vormen. De symbolen kunnen gebruikt worden in plaats van de filographische vormen waar ze voor staan en ze kunnen fungeren als tekens waarmee de plaats van een filographische vorm in het spel wordt aangeduid. De taferelen zijn tot stand gebracht via willekeur, door toeval en willekeurige associaties te hanteren óf met inachtneming van de volgende aan wetenschap en filosofie ontleende thema’s: 1. wederzijdse beďnvloeding van materie en denken 2. meer denkmogelijkheden tegelijkertijd 3. verhouding van oorzaak en gevolg tot denken en vormen 4. beperktheid van kennis 5. verbinding tussen filographische vormen en denken 6. verhouding  tussen  taal en objecten 7. verhouding  van  de  verschillende dimen-sies onderling en tot  ons denken  8. basiselementen 9. licht en licht-snelheid 10. denkpatronen gericht op visualiteit. Deze aan weten-schap en filosofie ontleende thema’s zijn tot stand gekomen door literatuuronderzoek en discussie over wat hiervan bruikbaar is voor het filographisch onderzoek.



 

A filográfiai játék
A kísérletekhez filográfiai játék alakult, aminek három változata van: egyszerű vonal-rajz, lapos formák és háromdimenziós kivi-telezés. A játék a következő részekből áll: tizenkét filográfiai alapforma (1. pók, 2. medve, 3. gólya, 4. kos, 5. csiga, 6. őz, 7. mamut, 8. rák, 9. kobra, 10. kacsa, 11. hangya, 12. ló), ami beleilleszkedik tizenkét hozzá illő formá
ba, úgynevezett mellényekbe, melyek így együtt három ’csészé-be’ rakhatók. A játékhoz tartozik még két ’gyűrű’, meg két ’tál’, a tálakba az összes forma belefér és összetéve egy zárt formát alkotnak. A játék részeiről és a filográfiai formákról betűkhöz hasonló szimbólumok készültek, ezekkel megjegyezhető a formák helyzete és állása a játékban. A halmazok és kísérletek nagy része véletlen moz-dulatokkal rögtönzött asszociációkkal készült és néhány, a tudomány-ból és filozófiából átvett témát használtunk irányadóként: 1. az anyag és a gondolkodás kölcsönös befolyásolása, 2. több gondolat lehető-sége egyszerre, 3. az ok és okozat kapcsolata, viszonya és befolyá-solása a filográfiai formáknak és a gondolkodásnak, 4. a tudás korlátozottsága, 5. a filográfiai formák és a gondolkodás kapcsolata, 6. a nyelv és a tárgyak kapcsolata, 7. a dimenziók egymásra való kihatása, a gondolkodás kapcsolata ezekkel, 8. az alapelemek (vonal, szín, forma, stb.), 9. a fény és fénysebesség, 10. a vizuális gondol-kodás mintái.

Omslag
Als alles met elkaar verbonden is, wordt onze logica van causaliteit volgens kwantummechanici problematisch. Dit geldt ook voor het uit-voeren van experimenten, omdat de onderzoeker tijdens het onder-zoek deeltjes beďnvloedt en daarmee zelf deel uitmaakt van het expe-riment. Zelfs het kijken van de onderzoeker zou dan het experiment beďnvloeden omdat de hersenen deel uitmaken van het microniveau, zij hebben rechtstreekse binding met de microwereld via onder meer lichtdeeltjes. Uit het gedachte-experiment van de natuurkundige Erwin Schrödinger (Schrödingers kat) zou blijken dat in de werkelijkheid voortdurend sprake is van het tegelijkertijd bestaan van meerdere tegenstrijdige mogelijkheden.
Ook bepaalde afbeeldingen kunnen tegelijkertijd als twee of meer mogelijkheden gezien worden, bijvoorbeeld als eend en konijn of als vaas en portret. Een deel van de filographische experimenten, met name die met collages, is gericht op onderzoek van de idee van meer mogelijkheden tegelijkertijd. Volgens de kwantummechanica kunnen we niet spreken van een gebeurtenis maar slechts van de toestand van alle mogelijke gebeurtenissen van het object, waarvan wij de meest waarschijnlijke aannemen. Datgene waarvan wij ons bewust zijn en wat wij aannemen, is maar een heel klein gedeelte uit oneindige reeksen. Als het heelal eindeloos is en alles met elkaar samenhangt, is het denkbaar dat vanuit elk punt in de ruimte een oneindig aantal vertakkingen ontstaan.
Een groot deel van de collages biedt de mogelijkheid van een omslag (switch): afhankelijk van hoe naar de afbeelding gekeken wordt, ver-anderen perspectief, voor en achter, onder en boven. Waarschijnlijk wordt deze omslag veroorzaakt door het zien van verknipte lijnen, perspectieven en schaduwpartijen én doordat de hersenen het ver-mogen hebben meerdere dingen tegelijkertijd in zich op te nemen en de neiging hebben te interpreteren, te definiëren. In het geval van een omslag weet de toeschouwer dat in de afbeelding beide moge-lijkheden besloten liggen, door oefening zijn beide mogelijkheden tegelijkertijd te zien maar de neiging tot definiëren stelt dit meestal buiten werking. Al naar gelang naar een bepaald detail gekeken wordt en dan weer naar het geheel, verandert de kijk op de afbeelding, maar soms zie je een tijdje slechts één van beide mogelijkheden.

Fordulat (’switch’)
Ha minden egymással kapcsolatban van, akkor a kauzalitás, ok és okozat, a kvantummechanikusok szerint problematikus, elgondolkoz-tató. Ez a kísérletekre vonatkozik: a kutató befolyásolja a kísérletek eredményét, maga is a kísérlet részévé válik; ha megnézi a kísérletet, már változás észlelhető az eredményen. Az agyunk mikroszinten kap-csolatban van a mikrovilággal (a fény részecskéivel, elektronokkal, stb.). Erwin Schrődinger gondolatkísérletet (Schrődinger macskája) állított fel, amelyből úgy tűnik, a valóságban több egymással ellentétes lehetőség egyszerre létezik: egy macskát beleteszünk egy dobozba, egy mikrorészecskét kilövünk rá egy tükrön át, a részecske – ha a tükör nem téríti el –, a macska élve maradt, ha eltéríti holt; addig nem nyitjuk fel a dobozt, míg a két lehetőség lehetséges (holt és élő) és a harmadik lehetőség egyszerre élő és holt.
Egyes ábrázolásokon szintén észrevehető ilyen helyzet, ahol két lehetőség egyszerre létezik, például ismert a kacsa-, nyúl-, vázaportré fordulat (switch). A filográfiai kollázsokon is felfedezhető e fordulat lehe
tősége. A kvantummechanika szerint nem beszélhetünk mikro-szinten történésről, csak az állapotok lehetőségének az összességéről és amit ezek közül elfogadunk, azt a legvalószínűbbnek tartjuk. Ez a legvalószínűbb lehetőség, aminek tudatában vagyunk, az csak egy apró része a végtelen sorrendnek. Ha a világűr végtelen és minden egymással kapcsolatban van, akkor elgondolható, hogy minden pont-ból végtelen számú elágazódás indul ki minden irányba.
A filográfiai kollázsok nagy részén fordulat (switch) észlelhető, attól függően, melyik oldalról nézzük, változik a kép, a perspektíva, elöl, hátul, fönt, lent. Valószínű, a fordulatot a kollázsoknál az idézi elő, hogy az elvagdosott vonalakat és a perspektívát összekeverjük. Az agyunk több adatot egyszerre befogad, de tudatunk rendszerezni akarja, és nem tud dönteni. A fordulat esetében tudatában van mind a két lehe
-tőségnek, ami a képen látható, ha gyakorolja, akkor mind a két lehe-tőséget egyszerre tudja észlelni, de hajlam csak az egyik lehetőség kiválasztására van. Ha az olyan kollázsokat hosszadalmasan nézzük, amikben ilyen fordulat van és utána egy részletre összpontosítunk, változik az egész képről alkotott felfogásunk. Sokszor, ha az egész képet megfordítjuk, egyszerre nem ismerjük fel, csak a részletek tanulmányozása után.

Referentie
De filographische vormen zijn geen afbeeldingen van reëel bestaande dingen maar gecreëerde vormen en hierdoor ontbreekt referentie. De meeste combinaties die in de collages te zien zijn, zijn in de realiteit onmogelijk maar onze hersenen accepteren deze combinaties, net als de filographische vormen, wel als reëel en als één geheel, ook al merken ze er iets ongewoons aan op. Wanneer een boom op zijn kop wordt getekend, valt op dat met de boom iets aan de hand is, omdat hier wel referentie bestaat, namelijk onze kennis over bomen (dat de boom niet met zijn wortels naar boven in de lucht groeit, et cetera), maar wanneer filographische vormen omgedraaid worden, wordt dit niet als onnatuurlijk ervaren. Onze hersenen hebben het vermogen dingen die niet bij elkaar horen bij elkaar te plaatsen en als één geheel op te vatten en te analyseren. In de collages is een gradatie verwerkt van duidelijk twee bij elkaar geplakte taferelen tot taferelen die uit meerdere onderdelen bestaan die niet meer als afzonderlijke onderdelen te herkennen zijn. Dat de hersenen deze afbeeldingen toch als één tafereel accepteren, komt deels doordat de gefotografeerde objecten al stapelingen zijn, door samenvoegen van meerdere afbeeldingen worden deze stapelingen alleen maar verder opgevoerd. Soms bestaan de oorspronkelijke afbeeldingen al uit samenvoegingen van lijnen, vlakken en driedimensionale objecten, als daaraan nog iets wordt toegevoegd, is moeilijk te onderscheiden wat waar is toegevoegd.
Bij het maken van filographische vormen is de invloed van specifieke kennis zoveel mogelijk buitengesloten, waardoor toegang tot een andere wereld is ontstaan, wel een reële wereld maar alleen exis-terend in onze hersenen en als product van onze hersenen. Bij het zien van filographische vormen worden de hersenen gedwongen een nieuwe  wereld te creëren, het aanschouwde  tafereel op de een of andere manier te  inter
preteren. De samenvoeging van lijnen, vlakken en driedimensionale vormen op afbeeldingen wordt door de hersenen eveneens als één tafereel geaccepteerd, ook al wordt opgemerkt dat hier sprake is van een combinatie van verschillende dimensies; in ons denken bestaat geen duidelijk onderscheid tussen de verschillende dimensies. Wel gaan de hersenen heel anders om met het waar-nemen van afbeeldingen (projecties) dan met het waarnemen van reële dingen: in het geval van afbeeldingen is de weergave al niet exact en de interpretaties die hieraan gekoppeld worden nog minder, het kost de hersenen dan ook meer moeite om een afbeelding te interpreteren dan reële, driedimensionale objecten en als gevolg hiervan zijn de hersenen bij het waarnemen van afbeeldingen vat-baarder voor meer verschillende interpretaties. Dat is duidelijk te zien bij het draaien van de afbeelding: deze is moeilijker te herkennen als dezelfde afbeelding dan wanneer het driedimensionale object zelf gedraaid wordt. Als de afbeeldingen van filographische taferelen en van collages gedraaid zijn, kunnen deze aangezien worden voor nieuwe taferelen en collages. Dit fenomeen van omslag (switch) duidt op een ‘extra ruimte’ in het denken.

 
    
 

Hasonlítási pont (referencia pont)
A filográfiai formák nem ábrázolnak létező tárgyat, ezért nehéz őket valamihez hasonlítani, hiányzik egy hasonlítási pont. A kollázsokon látható kombinációkat az agyunk elfogadja reálisan létezőnek, egy egész képnek, ha észre is vesszük, valami nem egyezik, valami zavarja ezt a egységet. Ha egy fát fordítva ábrázolunk, tudjuk, hogy a fa gyökere nem felfelé nő, a levelek nem a gyökerén vannak, ez a felismerési pont tudásunk a fáról. Ha a filográfiai formákat forgatjuk, akkor nem történik ilyen felismerés, nem észlelünk természetelleneset. Az agyunk képes különböző ábrákat, amelyek nem tartoznak össze, egy képbe összefoglalni és mint egy egészet analizálni. A kollázsok egy része úgy készült, hogy látszik, több részből tevődik össze, másikon kevésbé és egyeseken már nem felismerhető ha több részből áll. Az agyunk a kollázsokat elfogadja mint létező tárgyak ábrázolását, mert a filográfiai halmazokról készült fényképekből állnak össze. Ha a kollázsokon több halmaz látható, akkor nem egyenként észleljük azokat, hanem úgy fogjuk fel, az ábrázolt halmaz bonyo-lultabb. Ha a filográfiai halmazfelvétel bonyolult vonalakat, formákat ábrázol, és ha még valami hozzáadódik, nehéz eldönteni, melyik rész hol és milyen céllal, módon került a fényképhez.
A filográfiai formák elkészítésénél (rajznál) a specifikus tudást amen
-nyire lehetséges, ki kell zárni, ami által egy más világ nyílik meg, egy szintén reális világ, amely gondolkodásunkban létezik, az agyunk alkotása. A filográfiai formák elemzésénél, vizsgálásánál az agy kész-tetve van egy új világ alkotására, a vonalak, formák, dimenziók, síkok keverékét másképp nem tudjuk felfogni. Az agyunkban, gondolkodás-unkban nincs egy meghatározott dimenzió. A háromdimenziós tárgy-akat könnyebben értelmezzük, tudatosítjuk, mint a vetítéseket (projek-ciókat), fényképeket, stb. Ezek többféle értelmezést engedélyeznek, gondolatban helyettesítjük a nem észlelhető részleteket és dimen-ziókat. Ez látszik, ha a filográfiai fényképeket forgatjuk a háromdi-menziós formák  helyett. A  filográfiai kollázsok forgatása után sokszor új kollázsnak nézzük azokat. Ezek a jelenségek arra a lehetőségre mutatnak, hogy a gondolkodásunkban egy külön tér (’dimenzió’) létezik.

Open systeem
Via de filographische vormen is het mogelijk in het denken een reis te maken naar uiterst kleine en uiterst grote vormen en combinaties hiertussen. Het filographisch vormonderzoek levert misschien nieuwe combinaties en andere mogelijkheden als bijdrage aan de opbouw van de wereld. Via de filographische vormen kunnen wellicht, zodra daarover regels en wetmatigheden zijn vastgesteld, ook oplossingen gevonden worden voor problemen op andere terreinen, vergelijkbaar met logica, wiskunde en taal. Uit deze vormen kan misschien een visuele taal ontwikkeld worden. De filographische vormen zouden ook als een alternatief kunnen dienen voor de door ons nu hoofdzakelijk geometrisch ingerichte wereld. Filographie is een open systeem dat ruimte biedt aan steeds nieuwe vorm- en gedachtecombinaties. We hopen dat op langere termijn de filographie een vormbeeldtaal oplevert die snellere communicatie mogelijk maakt dan via woorden.
Filographie is ontstaan vanuit de idee om via een vormspel aspecten van het denken te onderzoeken en om een spel te ontwikkelen waar-mee betekenissen en verborgen betekenissen zichtbaar gemaakt kunnen worden. In de filographie gaat het ons om de filographische vormen, de taferelen die hiermee gecreëerd kunnen worden, de hieruit ontstane visuele producten en de denkbewegingen die hiermee zicht-baar gemaakt kunnen worden. De filographische beeldresultaten zijn haast niet in woorden te vatten, daarom spreken we van een ‘extra ruimte’ in het denken. Van deze ruimte maakt de mens weinig gebruik omdat hij in zijn denken en handelen vooral gericht is op functionaliteit en geleid wordt door historisch gegroeide kennis. Deze kennis is zowel een hulp als een beperking bij zijn onderzoek van de werke-lijkheid. Met de filographie is een poging gedaan om deze beperking te doorbreken. Misschien kan via de filographische vormen met gedachten gereisd worden door de ruimte, waardoor een sterkere binding ontstaat tussen ons denken en het heelal.


 
 
 

Nyílt rendszer
A filográfiai formákkal lehetséges gondolatban utazni a legvégsőbb nagy és kis formák felé. A filográfia talán hozzájárul új kombinációk létrehozásához is, egy másfajta világ felépítéséhez. Ha a filográfiai for-mákról több törvényszerűséget megtudunk, ezek más téren felmerülő problémák megoldására is alkalmasak lesznek, hasonlóan a logi-kához, a matematikához és a nyelvhez. Elképzelhető, hogy a filográfiai formákból kialakul egy vizuális nyelv és a filográfia geometrikusan berendezett világunkban nyit másik lehetőséget. A filográfia egy nyílt rendszer, amely új teret ad új forma- és gondolatkombinációkhoz. Reméljük, a jövőben a filográfia egy forma-, képnyelvhez vezet, amivel gyorsabban lehet értekezni mint a nyelvvel.
A filográfia, a filográfiai formajáték a gondolkodás tanulmányozására lett kifejlesztve. A játék fejlesztésével gondolatunkban rejtett további lehetőségeket lehet majd láthatóvá tenni. A filográfia képanyagát, eredményét nehéz szóban kifejezni, ezért is beszélünk ’külön (extra) térről’ a gondolkodásban. Ezt a teret az ember kevésbé használja, inkább a történelmen át kifejlődött tudást alkalmazza, ami egyben segít
ség és korlátozás is a valóság feltárásában. A filográfiával meg-kíséreltük áttörni ezt a korlátot. Elképzelhető, hogy egyszer a filo-gráfiával gondolatban utazni lehet a térben, az űrben, ami által egy erősebb összefüggés alakul ki a gondolkodás és a világegyetem között.

Samenvatting
Het boek ‘Filographie, filosofie van denken in vormen’, is de weergave van het onderzoek naar de binding tussen denken, materie en ruimte. Aangenomen wordt dat op microniveau de hersenen in verbinding staan met de overige materie. Door activiteit vervormt denken de materie en deze vervormde materie beďnvloedt weer het denken. Via denken wordt materie bewust van zichzelf. Automatisch tekenen is een van de uitingsvormen van de binding tussen denken en materie. Tijdens automatisch tekenen wordt de lijnvoering zo min mogelijk gecontroleerd door het verstand. Door sommigen wordt beweerd dat automatisch tekenen toepassing van toeval is, zoals ook de beeldend kunstenaar Hans Arp dit hanteerde.
De uit automatisch tekenen ontstane tekeningen zijn gebruikt als basis voor het filographisch onderzoek. Uit vijfhonderdduizend tekeningen zijn twaalf basisvormen geselecteerd die tevens onderdeel zijn van het filographisch spel. Met dit spel zijn filographische taferelen gemaakt aan de hand van thema’s uit wetenschap, filosofie en beeldende kunst. De foto’s van deze taferelen zijn verwerkt tot collages, waarmee zichtbaar gemaakt is hoe de mens materie en ruimte opvat. De foto’s en collages hiervan zijn geanalyseerd met behulp van twaalf basiselementen (materiaal, lijn, kleur, perspectief en dergelijke). Deze analyses tonen de aanwezigheid van een extra ruimte in ons denken. Van deze ruimte maakt de mens weinig gebruik omdat hij in zijn denken en handelen vooral geleid wordt door historisch gegroeide kennis. Deze kennis is zowel een hulp als een beperking bij zijn onderzoek van de werkelijkheid. Met de filographie is een poging gedaan om deze beperking te doorbreken. Misschien kan via de filographische vormen met gedachten gereisd worden door de ruimte, waardoor een sterkere binding ontstaat tussen ons denken en het heelal.

Összefoglaló
A könyv, 'Filográfia, gondolkodás filozófia formákban', visszatükrözi a gondolkodás, az anyag és a tér (űr) kapcsolatát. A tanulmányban elfo-gadott az agy és az anyag kapcsolata mikroszinten. Cselekedeteink által a gondolkodás formálja az anyagot és ez a megváltozott anyag formálja a gondolkodásunkat. A gondolkodás által az anyag öntudatra ébred. Az automatikus rajz egyike az anyag és a gondolkodás kap-csolatának. A tudat az automatikus rajz tartama alatt kevésbé ellenőrzi a vonalvezetést. Egyesek úgy  vélik, az  automatikus  rajz  a véletlen alkalmazása, ahogy a képzőművész Hans Arp azt használta. A filo-gráfiai kutatáshoz az automatikus rajz által készült rajzok szolgának alapul. Ötszázezer rajzból tizenkét alapforma került kiválasztásra, amelyek egyben a filográfiai játék részei. A játékkal filográfiai halma-zok készültek, témákat felhasználva a tudományból, filozófiából és művészetből. A halmazokról a fényképek kollázsokká kerültek feldol-gozásra, amelyekkel láthatóvá vált az ember, a tér és az anyag viszonya. A kollázsokat és fényképeket analizáltuk tizenkét alapelem-mel (anyag, vonal, szín, perspektíva, stb.). Ezek az elemzések rámutat-nak egy úgy-nevezett külön (extra) térre gondolkodásunkban. Ezt a külön teret az ember kevésbé használja, mert cselekedeteit a történelemben kialakult tudás vezeti. Ez a tudás egyrészt előny, más-részt számunkra korlát a valóság feltárásában. A filográfiával megkís-éreltük ledönteni ezt a korlátot. Elképzelhető, hogy a filográfiai for-mákkal, játékkal majd a jövőben gondolatokkal utazni lehet az űrben és ezáltal erősebben összekötődik a gondolkodásunk és a világűr.

Toelichting bij de illustraties

Képjegyzet


                 1

1
Door automatisch tekenen ontstane vormen en de hieruit geselec-teerde twaalf filographische basisvormen. Op de middelste afbeelding zijn de symbolen van deze basisvormen te zien. De symbolen lijken op een schrift. In het totaal zijn ongeveer vijfhonderdduizend vormen gemaakt via automatisch tekenen.
1
Az automatikus rajz által keletkezett formák és ezekből kiválasztott tizenkét alapforma. A középső ábrázoláson a filográfiai szimbólumok láthatók, hasonlítanak az íráshoz (ábécéhez). Körülbelül ötszázezer automatikus rajz készült.


    2  

2
Filographische basisvormen gegroepeerd in taferelen, waarbij toeval is toegepast. De vormen zijn op doorzichtige vellen getekend en met een willekeurige handbeweging geschoven. Hierdoor zijn op het platte vlak weergaven van ruimtes ontstaan. Van de resultaten zijn een paar duizend opnames gemaakt.
2
A tizenkét filográfiai alapforma csoportosítva a véletlen használatával. A formák átlátszó fóliára rajzoltak és véletlen kézmozdulattal csúsz-tatottak. Így lapos síkon térváltozatok keletkeznek. Ezekről a halma-zokról pár ezer felvétel készült.


          3

3
Filographische lijnvormen gecombineerd met vlakke filographische vormen waaraan ten opzichte van de lijnvormen een dimensie is toegevoegd. In deze afbeeldingen zijn standen van het filographisch spel vastgelegd. Dit spel kent geen vaste regels. Vaak wordt het toeval als hoofdregel gehanteerd. De standen kunnen als ruimte-modellen beschouwd worden.
3
Kombinációk vonal és lapos filográfiai formákkal. A lapos formák kétdimenziósak, a vonalformákhoz hozzáadtunk egy dimenziót. A filográfiai játék lapos (sík) változata. A filográfiai játékban nincsenek rögzítve a szabályok, sokszor a véletlenszerűség a főszabály. A kirakott halmazok térmodelleknek is tekinthetők.
 

           4     
4
Onderdelen van het filographisch spel. Dit zijn ruimere vormen waarin de filographische basisvormen en symbolen geplaatst kunnen worden.
Met deze ruimere vormen wordt de ruimte om de basisvormen afge-bakend.
4
A filográfiai játék tágasabb formái, részei, amelyekbe a filográfiai alapformák és szimbólumok helyezhetők. Ezek a tágasabb formák az alapformák kerüli tér meghatározói és a halmazoknál mint háttér használhatók.


  5

5
Taferelen met onderdelen van het filographisch spel van verschillende afmetingen op het platte vlak. Met deze vormen wordt de ruimte lang-zaam opgevuld. Op deze manier ontstaan indrukken van dieptes.
5
Különböző méretű filográfiai halmazok, sík területen lapos kivitele-zésben. Ezekkel a halmazokkal és formákkal lassan megtelik a tér, melyben így különböző mélységek keletkeznek.
 

  6

 6
Combinaties van driedimensionale filographische vormen en sym-bolen in de ruimte. Door het toevoegen van een derde dimensie en de symbolen wordt de driedimensionale ruimte zichtbaar gemaakt.
De vormen lijken te zweven, net als de vormen op de voorgaande af-beeldingen. Wat onder en boven is, is niet bepaald, de afbeeldingen kunnen naar believen geroteerd worden.
6
Háromdimenziós formák a térben, amelyekkel a tér jobban észlelhető. A halmazok mintha lebegnének a térben, ami jellemző sok filográfiai fényképre. Fönt, lent, oldalt tetszésre változtatható, nincs meghatároz-va.


    7

7
Driedimensionale filographische basisvormen gecombineerd met filo-graphische basisvormen in lijnuitvoering. In zo’n combinatie lijken de lijnvormen doorzichtig en geven ze de ruimte een dubbel karakter: vlak en driedimensionaal.
7
Háromdimenziós filográfiai formák a vonalformákkal kombinálva. A vonalformák átlátszóknak tűnnek és a tér kétjellegűvé válik: síkká és háromdimenzióssá.
 

  8

8
Driedimensionale filographische basisvormen. Deze opnames zijn zo gemaakt dat aan de vormen te zien is van welke lijntekening ze zijn af-geleid. Als de vormen anders gedraaid worden en gecombineerd worden met andere filographische objecten, bouwen ze nieuwe vor-men en ruimtes. Vaak is dan moeilijk te herkennen van welke teke-ningen deze vormen zijn afgeleid.
8
Háromdimenziós filográfiai alapformák, melyek a vonalformákból ala-kultak ki és könnyen felismerhetőek. Halmazokba rakhatók, forgatha-tók, a kombinációkban nehezebben felismerhetők.
 

  9

9
Deze drie vormen, zogenoemde bakken, zijn onderdeel van het filographisch spel. Ze zijn ontstaan door de filographische basisvor-men samen met hun jasjes op een bepaalde manier te draaien in zacht materiaal (was). Deze bakken symboliseren de ruimte rondom de filographische basisvormen en jasjes.
9
Ez a három forma a filográfiai játék része. A filográfiai alapformák és mellények forgatásával puha anyagban (viaszban) készültek. Az alap-formák és a mellények körüli teret szimbolizálják.


     10

10
Deze zogeheten ringen zijn eveneens onderdeel van het filographisch spel. Zij dienen als ruimtebinding tussen de bakken en de schalen. De ringen symboliseren een uitgerekte ruimte en hun lege binnenruimte kan opgevuld worden met andere onderdelen van het filographisch spel. Bij de bakken zijn kleine ronde gaten zichtbaar, bij de ringen zijn de gaten uitgerekt tot een grotere lege ruimte.
10
Ezek a formák, az úgynevezett gyűrűk, szintén a filográfiai játék részei, térösszekötők a csészék és a tálak között. A nyújtott üres térbe filo-gráfiai formák rakhatók, a csészéken ez az üres tér csak egy kis lyuk.


     11

11
De schalen ofwel schillen omsluiten de filographische basisvormen, hun jasjes, de bakken en de ringen die daarbinnen compact gestapeld zijn. De schalen zijn de buitengrens van het filographisch spel. Na opening zijn de overige onderdelen van het filographisch spel te ver-spreiden en kunnen de schalen dienen als achtergrondruimte. Door de schalen kan binding ontstaan tussen de onderdelen.
11
Tömörítve ezekbe a tálakba az összes filográfiai forma belefér, szét-nyitva háttérnek használhatók a filográfiai halmazoknál. A tálak széttá-rásával (a filográfia formák szétrakásával) kezdődik a filográfiai játék.


    12 

12
Een stelling van filographische basisvormen die door symbolen weer-gegeven wordt. Na het weghalen van de basisvormen kunnen we via de symbolen ‘lezen’ (zien) welke vorm zich waar bevond en kunnen we ons de vorm voorstellen waarin zij lagen; in dit geval was dat een driehoeksopstelling. Deze eigenschap van het filographisch spel kan misschien leiden tot een vormtaal.
12
Egy játékállás a filográfiai formákkal, amely szimbólumokkal van meg-jelölve. A filográfiai formák elmozdítása után, ’leolvasható’ az állás. Ezen az ábrán egy háromszögállás látható. A filográfiai játékban en-nek a lehetőségéből kifejlődhet egy formanyelv.

 
      13

13
De filographische vormen worden door de ruimte omsloten en om deze ruimte weer te geven, zijn de filographische jasjes ontworpen. In het filographisch spel kunnen deze ruimtes (jasjes) los van de filogra- phische vormen gebruikt worden. Hierdoor ontstaat de indruk van aanwezigheid van de filographische vormen, ook als ze er niet zijn.
13
A filográfiai formák körülzártak a térben ezekkel a ’mellényekkel’, amelyek a formák körüli teret szimbolizálják. A filográfiai játékban a formáktól külön is használható. Üresen is a filográfiai formák jelenlétét keltik.


  14 

14
Op deze afbeeldingen is te zien hoe de jasjes in combinatie met filographische basisvormen gebruikt kunnen worden. Op een jasje kan ook een niet passende vorm geplaatst worden. Dit ervaren we als storend. Op deze afbeelding is een bijna symmetrisch in elkaar pas-send tafereel van basisvormen met hun jasjes zichtbaar.
14
Ezeken a képeken látható a formák és a mellények használata. A mellények összepárosíthatók olyan formával is, amelyek nem hozzá tartoznak. A harmadik képen két forma majdnem egymásba simul.


   15

15
Filographische taferelen waarmee de ruimte gevuld wordt en waar-mee talloze ruimtelijke combinaties en vervormingen van de ruimte weer te geven zijn. Tijdens het spelen met deze ruimtecombinaties wordt ons denken beďnvloed en beďnvloeden ons denken en handelen de ruimte.
15
Filográfiai halmazok, amivel a tér megtelik és így számtalan térkom-bináció és térelváltozás ábrázolható. A játék ezekkel a térkombiná-ciókkal gondolkodásunkra és cselekvésünkre kihat és így a térre (űrre) is.

    16

16
Op een foto van een filographisch tafereel is een ander filographisch tafereel geplaatst en daarvan is weer een foto genomen. Hierdoor zijn verschillende tijden en ruimtes met elkaar gemixt. Op deze manier zijn talloze combinaties te maken waardoor ons denken over ruimte en tijd wordt beďnvloed. Door hun existentie en doordat ze ons denken heb-ben beďnvloed, beďnvloeden deze opnames weer tijd en ruimte.
16
Egy filográfiai halmaz fényképére egy új halmaz került és erről egy új felvétel készült. Így több időpont és tér egymással keveredik (mix) és számtalan változatot lehet készíteni, amely a gondolkodásunkat és a teret befolyásolja.


   17

17
Dit zijn collage van foto’s van filographische taferelen. Hierop zijn ver-vormde ruimtes en perspectieven te zien en verschillende tijden. Als deze collages gedraaid zijn, lijken ook de taferelen veranderd te zijn. Dit verschijnsel wijst in de richting van een ‘extra ruimte’ in ons denken. Ons denken ervaart deze collages als reëel maar merkt er iets vreemds aan op.
17
Ezeken a filográfiai kollázsokon a feldarabolt halmazok által különböző perspektívák, elváltozott terek és idők keverednek. Ha a filográfiai kol-lázsokat forgatjuk, úgy tűnik, az ábrázolás is változik. Ez a jelenség gondolatunkban a ’külön (extra) tér’ létezésére mutat.
 

   18

18
Mixen van verschillende collages. Ons denken over ruimte wordt hierdoor in verwarring gebracht. Als we onszelf dwingen te analyseren hoe dergelijke afbeeldingen in elkaar zitten, kunnen we onze waar-neming en hiermee ons denken bestuderen. Hierdoor krijgen we toegang tot de zogeheten ‘extra ruimte’ in ons denken en ontstaat een binding tussen denken, ruimte en materie. In de toekomst kan deze binding misschien leiden tot reizen in de ruimte via denken.
18
Gondolkodásunkban a kollázsokat reálisnak fogadjuk el, másrészt né-ha tétovázunk. Analizálás közben gondolkodásunk változik és ezáltal tanulmányozhatjuk gondolkodásunkat és az úgynevezett külön teret gondolkodásunkban, illetve ennek kapcsolatát a térrel és az anyaggal észlelhetjük, és elgondolható, hogy ez a jövőben a gondolatban való térbeli utazáshoz vezet.

 

 

terug naar boven ◄